Categorie: Medicijnen

Welke medicijnen worden niet vergoed en welke medicijnen wel

Moet ik zelf betalen voor mijn medicijn?

De wirwar aan regels over welke medicijnen niet en wel worden vergoed

De zorg is in de loop der jaren complexer geworden, waardoor het voor een patiënt niet altijd direct duidelijk is of een zeker medicijn nu wel of niet op een vergoeding van de zorgverzekeraar mag rekenen. In veel gevallen kan de polis, de website van de verzekering of contact met de verzekeringsmaatschappij daarover uitsluitsel bieden. Bij een aanvullende verzekering is er vaak meer vergoeding mogelijk. In toenemende mate wordt echter ook van huisartsen en patiënten verwacht dat zij zelfstandig rekening houden met de eventuele kosten die een patiënt zelf moet bijbetalen. Anders kan de patient met onverwachtse rekeningen worden geconfronteerd.

De basisregel in Nederland is dat elk medicijn dat door een huisarts of erkend specialist wordt uitgeschreven, wordt vergoed door de verplichte basisverzekering. In sommige gevallen zal er een eigen bijdrage moeten worden betaald of gaat dit af van het jaarlijks vastgestelde eigen risico. Betaalt u dit eigen risico doorgaans vooruit, krijgt u dus het jaar daarop niet meer het gehele voorschot terug. Doet u dit niet, kunt u wellicht een extra rekening verwachten. Het is ook mogelijk dat de zorgverzekeraar alleen het goedkoopste medicijn met het werkzame bestanddeel vergoedt, tenzij u een allergie voor dit medicijn heeft. In enkele gevallen maakt het ook uit waar u het medicijn afhaalt, omdat sommige verzekeraars alleen werken met gecontracteerde zorgverleners, waar apotheken ook onder vallen. Medicatie die niet in Nederland wordt verkocht, wordt doorgaans niet vergoed. Dit kan wel zo zijn als er voor uw ziekte geen medicijn in Nederland meer bestaat of uw ziekte maar heel weinig voorkomt (1 op de 15.000 inwoners).

In Nederland bepaalt de Zwv (oftewel: de Zorgverzekeringswet) welke medicijnen voor vergoeding in aanmerking komen, waarvoor een eigen bijdrage moet worden betaald en wat van het eigen risico afgaat.

Welke medicijnen worden vergoed?

Als een medicijn volledig wordt vergoed, moet deze in de eerste instantie terug te vinden zijn in de zogenaamde GVS (het Geneesmiddelenvergoedingssysteem). Dit systeem bevat twee bijlagen, bijlage 1A en bijlage 1B.

Bijlage 1A

Hier staan geneesmiddelen gegroepeerd die ongeveer dezelfde werking en daarom dus allemaal voor dezelfde aandoening kunnen worden gebruikt. Deze geneesmiddelen worden wel vergoed uit het basispakket, maar er geldt wel een limiet. Komen de kosten voor het medicijn uit boven deze limiet, moet het verschil door de patiënt worden bijbetaald. Medicijnen uit Bijlage 1A worden dus wel vergoed, maar er kan een bijdrage worden gevraagd van de patient.

Bijlage 1B

Al een middel het enige beschikbare middel is om een aandoening te behandelen of te genezen, wordt deze op bijlage 1B geplaatst. Deze middelen worden vergoed vanuit de basisverzekering en er geldt geen limiet; een eigen bijdrage wordt hier dus niet gevraagd.

Bijlage 2

In deze bijlage zijn alleen middelen terug te vinden die ook op bijlage 1A en bijlage 1B geplaatst zijn. Ze worden daar vermeld als er, behalve een eventuele limiet (bijlage 1A) er ook bijzondere voorwaarden gelden voor een volledige dekking vanuit de basisverzekering. Sommige middelen worden alleen bij bepaalde aandoeningen of voor bepaalde patiënten vergoed.

Let op: verwar de te betalen vergoeding niet met het Eigen Risico. In principe betaalt een patiënt de eerste 385 Euro aan gedekte zorgkosten uit het basispakket zelf, tenzij het gaat om de zorg voor kinderen tot 18 jaar, wijkverpleging, kraamzorg, verloskundige zorg, huisartsenzorg, ketenzorg, sommige kosten die verband houden met orgaandonatie, leefstijlinterventies of stoppen-met rokenprogramma’s.

Welke medicijnen worden niet vergoed?

Medicijnen worden, behoudens uitzonderingen, niet vanuit het basispakket vergoed als ze niet in het GVS geregistreerd staan. Die uitzonderingen doen zich vooral voor op het moment dat het GVS geen geneesmiddel geregistreerd heeft staan die het benodigde middel kan vervangen. Preparaten die apotheken bereiden met eenzelfde werking kunnen dan mogelijk wel voor vergoeding in aanmerking komen.

Zit u met vragen?

De regelgeving over wat wel en niet in welke mate wordt vergoed is complex. Navraag bij de zorgverzekeraar of huisarts voordat u het medicijn afhaalt kan duidelijkheid bieden.


Een te hoge bloeddruk verlagen met medicijnen

Een te hoge bloeddruk hebben is gevaarlijk, doordat het de kans op beroertes en hartinfarcten vergroot. Men merkt er doorgaans weinig van, al zijn er mensen die zich gejaagd en onrustig voelen. Als eenmaal gebleken is dat uw bloeddruk verhoogd is, is het daarom zaak om deze zo snel mogelijk naar beneden te brengen. U kunt wellicht een aantal dingen in uw leefstijl aanpassen. Stoppen met roken, meer gaan bewegen en afvallen zijn zaken die een groot en positief effect op uw bloeddruk zullen hebben. Uw huisarts zal deze opties zeker met u bespreken. Daarnaast is een hoge bloeddruk verlagen met medicijnen een optie.

Daarnaast bestaan er medicijnen tegen hoge bloeddruk. Zij hebben allemaal een andere werking en het is daarom soms een kwestie van uitproberen welke in uw geval het beste werkt of werken. Het is namelijk niet ongebruikelijk dat u twee of meer verschillende medicijnen naast elkaar moet gaan slikken.

Bij de meeste mensen is een combinatie van het gaan slikken van de juiste medicatie in combinatie met gezonder gaan leven genoeg om weer een normale bloeddruk te krijgen.

Waardoor is uw bloeddruk te hoog?

Om te begrijpen welke medicatie er bestaat en waarin die verschilt, kunt u zich de verschillende lichaamsdelen die bij de bloeddruk betrokken zijn als volgt voorstellen: het hart is als het ware een buitenkraan, uw vaten zijn een tuinslang die aangesloten zit op die buitenkraan en uw urinewegen vormen de spuitmond van de slang. Als er teveel waterdruk in de tuinslang zit, zijn er drie manieren om die druk te verlagen:

  • de kraan minder ver open draaien;
  • de tuinslang verbreden/wijder maken;
  • de spuitmond verder open zetten.

De medicijnen tegen hoge bloeddruk grijpen in grote lijnen in op één van deze drie facetten.

Bètablokkers zijn pillen die uw hart iets minder snel laten kloppen, waardoor de kraan dus iets minder ver open gedraaid wordt. Dit kan als prettig ervaren worden doordat u zich rustiger kunt gaan voelen. Als u echter gaat sporten, kunnen dit soort medicijnen juist ook als vervelend beleefd worden. Bij wat grotere inspanning, zoals bij hardlopen of met een stevig tempo fietsen, kan uw hart immers niet de benodigde versnelling inzetten. Dat kan tot een gevoel van niet vooruit komen leiden.

Ace-remmers en Angiotensine-II-antagonisten zijn medicijnen die ervoor zorgen dat uw bloedvaten zich verwijden. Hierdoor wordt de tuinslang dus breder en daalt de druk. Dit type pillen heeft weinig bijwerkingen. Sommige mensen krijgen er een kriebelhoest van.

De derde groep zijn plaspillen, de er – zoals het woord al zegt – voor zorgen dat u meer en vaker moet plassen. Dit is te vergelijken met het verder openzetten van de spuitmond van de tuinslang en ook hierdoor daalt de druk. Sommige mensen worden er moe van, hebben minder eetlust en ervaren dat hun hart er sneller door gaat kloppen. Ook kan het een nadeel zijn dat u er ’s nachts wakker van wordt omdat u naar het toilet moet.

De beste medicijnen tegen hoge bloeddruk

Zoals gezegd zijn de oorzaken voor een te hoge bloeddruk verschillend en is het vaak een kwestie van uitproberen welke medicatie in uw geval het beste aanslaat. Uw huisarts zal voordat u met welke medicijnen dan ook start eerst uw bloed laten controleren op uw nierfunctie. Als uw nieren niet optimaal werken, zijn sommige medicijnen ongeschikt.

Zodra u gaat beginnen met een medicijn, krijgt u duidelijke instructies van uw huisarts bij welke klachten u direct moet bellen en waar u op moet letten. Daarna volgt er na ongeveer drie weken een controle op het spreekuur, waarbij de dokter van u wil weten hoe het gegaan is. Afhankelijk van hoe het gaat, gaat u door met de eerste medicatie of u krijgt iets anders.

Als uw bloeddruk genormaliseerd is, hoeft u nog maar één of twee keer per jaar op controle te gaan bij de huisarts.